Latijnse scholen c.q. Librijes in de 16e eeuwse Nederlanden
Zowel in de Noordelijke als Zuidelijke Nederlanden werden Latijnse scholen opgericht. Vaak was dit een vervolg op de situatie die vanaf de Reformatie (1572 en later) ontstond. Maar ook was al eerder (14e en 15e eeuw) sprake van zogeheten Kapittelscholen, zoals bijvoorbeeld in Deventer.
Parochiebibliotheken van de antieke kerk gingen over, door confiscatie veelal, in Stadsbibliotheken.
Heden ten dage zijn er in ons land nog 3 librijes in situ: Zutphen, Enkhuizen en Edam. Overigens zijn óf de collecties afgezonderd in stads- en streekarchieven óf zijn de gebouwen verdwenen. In enkele gevallen zelfs beiden.
In Gouda (St. Janskerk) werkt men aan herontsluiting van de collectie en de Librijekamer.
Voor meer overzicht klik hier
De signatuur van de Latijnse school Edam
In de post-reformatorische tijd waarin de Edamse Latijnse school werd gestart (1584 e.v.) werd erop toegezien, dat het onderwijs voldeed aan ‘de nieuwe leer‘ . Men wilde voorkomen, ‘dat de schooljeucht via die boeken geinfecteerd zou kunnen worden met doperse of andere leerstellig onzuivere opvattingen…. ‘
Politiek (de Magistraat, de Staten van Holland) en Religie (Classis Edam, Provinciale Synode) werkten samen om dat toezicht uit te voeren.
Voor meer informatie over de Classis Edam klik hier
Na een voltooide opleiding kon een leerling van de Latijnse school kiezen voor de Universiteit van Leiden (geschenk aan de stad in 1575 van Willem van Oranje) of de Katholieke Universiteit van Leuven.
(bronnen: Leerintveld/Bedaux – Historische Stadsbibliotheken; Geudeke – Classis Edam; Wikipedia).
Lingua Latina
is een dode taal, oorspronkelijk gesproken door de Latijnen, onder wie ook het bekendste volksdeel, de Romeinen. De Latijnen waren vanaf het eerste millennium voor Christus de inwoners van de streek Latium, het huidige Lazio, Italië.
Door de uitgestrektheid van het Romeinse rijk is het Latijn bepalend geweest voor de verdere ontwikkeling van de talen in de diverse gewesten van het Rijk. Het Latijn zelf ontwikkelde zich via het Vulgata Latijn of volkslatijn tot het Italiaans dat dus beschouwd mag worden als de directe opvolger van het Latijn. Het Latijn heeft de volgende Romaanse talen overwegend gevormd : het Italiaans, het Frans, het Spaans, het Portugees en het Roemeens.
Tegenover het Vulgata Latijn noemen wetenschappers ook het klassiek Latijn, dat is gebruikt in literaire proza.

In bovenstaande kaart zien we het enorme gebied, dat het Romeinse rijk omvatte.
Indien dit rijk nu nog had bestaan was de oppervlakte 10.3 miljoen km2 (USA meten 9.8 miljoen km²) met Instanbul als grootste stad en met 14 miljoen inwoners kandidaat-hoofdstad.
Tabula Peutingeriana ofwel: de Peutingerkaart.
Hierop vinden we het Romeinse wegennet uitgewerkt. De oorspronkelijke kaart stamt uit de 3e of 4e eeuw. Konrad Peutinger, een Duitse humanist ten tijde van Luther, verkreeg uit erfenis een bijgewerkte kopie van de kaart in 1507, waarna de kaart naar hem vernoemd werd.
Op een rol perkament van 34 cm hoog en 6,82 meter lang zijn de belangrijkste wegen en plaatsen in het Romeinse rijk afgebeeld: vanaf de Noordzee tot ver in India.

detail met o.a. Nederland, België en Frankrijk (u ziet slechts 1 segment uit 12, bron Wikimedia)
Gedetailleerd gehele kaart bekijken? Klik hier